In Wageningen zijn, op een klein oppervlak, de ambities en belangen in het buitengebied groot. Die ambities en belangen spelen zowel lokaal als op nationaal en internationaal niveau, bijvoorbeeld in de uiterwaarden. Veel mensen willen daar graag een waterplas en anderen komen op voor het invullen van de grote natuurdoelen (N2000) van het rivierengebied. Dan botst het lokale met het hogere, nationale belang.
In dit hoofdstuk analyseren we de verschillende schaalniveaus en we geven aan waar ze spelen. Uit die analyse halen we een strategie om er mee om te gaan.
De start van de analyse ligt bij de bijzondere locatie van Wageningen. Op de punt van de Veluwe, tegen het riviergebied en met zelfs wat veengronden in buurt.

Wageningen in haar historische omgeving
De kaart is afkomstig van topotijdreis.nl
Het lokale niveau
Een gevarieerde omgeving
Op deze bijzondere locatie ontstond in de loop van eeuwen een gevarieerde economie in een rijk gelaagde omgeving. Zo kwam er een typische Veluwezoom-economie op gang, met bijvoorbeeld wasserijen en tabaksteelt (met sigarenfabrieken). De rivier was de drager van een riviereconomie met bijvoorbeeld een flinke haven en met verschillende steenfabrieken. De landbouweconomie was, en is voor een deel nog steeds, gevarieerd met bijvoorbeeld fruitteelt, grasland, akkers, tabak. Altijd al was er een handelseconomie, want Wageningen is een knooppunt in oude routes. En in de loop van de 19deeeuw groeide er een wooneconomie en werden bijvoorbeeld de landhuizen van Gelders Arcadië aangelegd. Voor een deel lag daar ook de basis voor een ‘boseconomie’.
In de loop van de 20ste eeuw vermengt deze lokale economie zich met de economie van de Rijkslandbouwschool die hier in 1876 werd gevestigd. Maar nog steeds zijn onderdelen van de historie zichtbaar zoals de haven.
Wonen en werken in Wageningen doe je nu, in 2020, in een rijk gelaagde omgeving. En velen gebruiken die omgeving intensief.
De Rijkslandbouwschool (later landbouwhogeschool en weer later WUR)In 1876 werd de rijkslandbouwschool in Wageningen gevestigd. Deze universiteit was sterk grondgebonden (daarom wás ze hier) en ze kocht in Wageningen gronden die als proefvelden werden gebruikt. Door de jaren heen koopt en verkoopt de hogeschool gronden. Uiteindelijk is zowat de helft van het cultuurland ooit eigendom geweest van de hogeschool.

Afbeelding A) De proefvelden van de universiteit in 1930

Afbeelding B) De proefvelden van de universiteit in 1970

Afbeelding C) De proefvelden van de universiteit huidige situatie

Afbeelding D) De proefvelden van de universiteit die ooit in bezit zijn geweest
Kaarten A en B zijn overgenomen uit het rapport: Wageningen ontwikkeling van de stad en ideeën over de stad. Cultuurhistorische Waardenkaart Wageningen, tussenrapportage module 2. april 2016 pag 38 en pag 40. Kaart C is door de gemeente halverwege 2019 gemaakt en laat de grondeigendommen van institutionele eigenaren zien die meer dan 50 ha in eigendom hebben. Kaart D is in een niet-maatvast tekenprogramma door LOSstadomland samengesteld uit de andere kaarten
De mensen die voor de hogeschool werken, werken op de gronden en wonen in Wageningen. De studenten krijgen les over en in de Wageningse omgeving en tamelijk veel van hen blijven in Wageningen. Al deze mensen zijn betrokken bij het land en de bodem van Wageningen. En dat uit zich op allerlei manieren. Bijvoorbeeld in de grote interesse in lokale voedselkringlopen.
Grote betrokkenheid op het lokale niveauDe betrokkenheid van de Wageningse bevolking bij het buitengebied is groot. Het wordt intensief gebruikt voor recreatie, mensen maken plannen voor voedselbossen of ‘tiny houses’, ze kopen hagen of grond en zij komen met velen opdraven voor een discussie over hún gebied.
Bovenlokaal, natuur
Het Nederlandse cultuurlandschap is uitermate gevarieerd. Door de nauwe relatie met water en bodem (het water staat vaak vlak onder het oppervlak), en door nutriëntenschaarste ontstaat tot begin 20ste eeuw een rijke cultuurvolgende natuur. Door het verdwijnen van de nutriëntenschaarste met de opkomst van de kunstmest en beheersing van de watersituatie verschraalt de cultuurvolgende natuur. https://nl.wikipedia.org/wiki/Potstal )
In de jaren 70-80 groeit landelijk het besef dat bijna alle cultuurvolgende natuur gaat verdwijnen en dat daarmee alle natuur kwetsbaar wordt. In 1990 wordt besloten tot de aanleg van de ecologische hoofdstructuur (EHS). De ‘functie natuur’ wordt ruimtelijk gescheiden van de ‘functie landbouw‘ (het casco-concept).
Die EHS is een collectief Nederlands landschap, ofwel het Natuurnetwerk. https://www.gelderland.nl/Gelderse-natuurgebieden. In Wageningen bestaat dat collectieve landschap uit de bossen, de uiterwaarden en het centrum van het binnenveld. Op bijgaande kaart is de ligging van het gebied aangegeven. Hier ziet u een totaaloverzicht van het natuurnetwerk Nederland in en rond Wageningen. Zowel de aangewezen gebieden als de gewenste uitbreidingen zijn aangegeven, zowel voor de provincie Gelderland als voor Utrecht.

Natuurnetwerk
Het huidige natuurnetwerk en de gewenste uitbreidingen voor de provincie Gelderland en de provincie Utrecht.
De kaart is samengesteld door LOSstadomland uit openbare kaartlagen van de provincies Utrecht en Gelderland.
Dit is niet zomaar een stukje natuurnetwerk. Hier worden drie van de grootste en belangrijkste Nederlandse natuurgebieden met elkaar verbonden: de Veluwe, het rivierengebied en de Utrechtse Heuvelrug. Het binnenveld zit een treetje lager in de rangorde, dat speelt meer op provinciaal niveau.
Habitat- en vogelrichtlijngebieden
Een groot deel van het Natuurnetwerk is Europees beschermd. De Wageningse berg en een het gebied de Blauwe kamer zijn zowel habitat- als vogelrichtlijngebieden. De uiterwaarden zijn grotendeels vogelrichtlijngebieden.

Natura 2000
Het huidige natuurnetwerk en de gewenste uitbreidingen voor de provincie Gelderland en de provincie Utrecht.
De kaart is een uitsnede uit de Atlas Leefomgeving met de kaartlagen ‘Actuele administratieve grenzen’ en ‘Natura 2000-gebieden’.
Kaart detailbegrenzing natura 2000 Veluwe binnen Wageningen
Bovenlokaal: Kennisstad
De landbouwhogeschool is in de 20steeeuw een belangrijke kracht achter de ontwikkeling van de Nederlandse landbouw. (Voedsel)kwaliteit wordt gedefinieerd als 'constant en beheersbaar'. In de loop van de 20steeeuw komt er door bevolkingsgroei en welvaartsgroei aan deze constante en beheersbare kwaliteit wereldwijd steeds meer behoefte. Rond het begin van deze eeuw verlegde de hogeschool de focus van landbouw naar voedsel. En bij de start van de kenniseconomie maakte ze een schaalsprong naar het dubbele aantal studenten. Ook de aanverwante instellingen en bedrijven doen mee aan die schaalsprong.

De groei van de studentenaantallen WUR
Ontwikkeling ingeschreven studenten aan de WUR bij de start van het studiejaar
De cijfers komen van de website van Wageningen University and Research. LOSstadomland heeft deze cijfers gevisualiseerd in Excel.
Vorig artikelVolgend artikel